De week tegen pesten gaat vandaag van start. Dit jaar is het thema: “Wees een held! ”

Iedereen kan een held zijn. Hoe meer kinderen pesten afkeuren, hoe kleiner de kans op pesten in de klas, bij de sportclub of andere vrije tijdsbesteding of clubs is. Niemand vindt pesten leuk en toch gebeurd het nog steeds (te vaak). Als je wilt dat pesten in je klas verminderd, is het belangrijk je leerlingen te leren dat zij duidelijk hun eigen grens moeten aangeven. Pas dan kun je een HELD zijn.

ALS JIJ STERK STAAT, DURFT EEN ANDER DAT OOK SAMEN MET JOU.

De groepsdruk bij pesten is hoog. In je eentje is het moeilijk om het verschil te maken, maar samen met andere helden wordt dat gemakkelijker.

EEN HELD KOMT IN BEWEGING, EEN HELD KOMT IN ACTIE, EEN HELD DURFT HET VERSCHIL TE MAKEN.

Hoe meer helden er zijn in een groep, die zorg hebben voor zichzelf en elkaar en pesten niet oké vinden, hoe kleiner de voedingsbodem voor pestgedrag wordt.

 ”PESTEN IS GEEN PROBLEEM TUSSEN TWEE INDIVIDUEN, MAAR HEEFT ALLES TE MAKEN MET DE GROEPSDYNAMIEK”

Maar hoe werkt groepsdynamiek en welke behoeftes gaan daaronder schuil? Door als leerkracht daarvan kennis te hebben helpt het je om kinderen samen het pesten te laten aanpakken. In deze blog deel ik kennis uit onderzoeken en geef ik tot slot wat tips.

Wie groepsgedrag wil begrijpen, kan het beste een tijdje (letterlijk) “aapjes kijken”. Apen gedragen zich, net als mensen, op twee manieren. Ze zitten ten eerste dicht bij elkaar en zorgen voor elkaar (affectie), maar er heerst ondertussen ook voortdurende strijd om populariteit (status): denk aan de bekende apen op de apenrots.

Die twee gedragingen noemen we horizontale (affectie) en verticale (status) relaties. Die relaties zijn voortdurend met elkaar in interactie en dat heet groepsdynamiek. Pesters willen hun status verhogen door op de figuurlijke apenrots omhoog te klimmen. Ze blijven ondertussen ook zoeken naar affectie van hun vrienden. Klasgenoten krijgen affectie van het slachtoffer wanneer ze hem of haar helpen, maar verliezen daarmee soms wel hun status.

Groepsdynamiek zit diepgeworteld in onze natuur: het komt voort uit twee fundamentele behoeften die ons vroeger hielpen te overleven. We willen affectie, dus erbij horen en verzorgd worden, maar ook uitblinken: de strijd winnen. Die behoeften zijn zo sterk, dat hersenscans zelfs laten zien dat als mensen sociale pijn hebben door bijvoorbeeld afwijzing of buitensluiting, dezelfde hersengebieden actief zijn als bij het voelen van fysieke pijn.


”GEPEST WORDEN DOOR BUITENSLUITEN DOET DUS ECHT PIJN”

 Kunnen we pesten dan wel aanpakken zonder onze genen of hersenstructuur te veranderen?
In groepen bestaat vaak een ongeschreven regel (“norm”) dat pesten stoer is. Door ervoor te zorgen dat de groep het stoerder gaat vinden om elkaar te helpen dan om te pesten, hebben pesters minder reden om te pesten. Ze krijgen er dan geen status of affectie meer. Door elkaar te helpen krijgen ze dat wel.

Zo’n klimaat kunnen we bereiken door te werken aan de groepsdynamiek en de onderliggende norm in de groep. Hieronder staan een paar tips voor leerkrachten. De leerkracht doet dit niet alleen, maar met de groep.


”OM TE PESTEN HEB JE DE GROEP NODIG, OM HET OP TE LOSSEN OOK!”

Tips voor leerkrachten om aan een fijne groep te werken

  • Werk preventief aan een positieve groepsnorm. Start het schooljaar door samen met de groep afspraken te maken over hoe je met elkaar omgaat en hang die afspraken zichtbaar op in de klas. Regels zoals “Wij komen voor elkaar op” en “We stoppen pesten” kunnen de norm al beïnvloeden.
  • Zet regelmatig leuke energizers in. De groep meent een leuk spelletje met elkaar te spelen, en dat is ook zeker zo. Maar jouw doel als leerkracht is observeren kijk je hoe het spel verloopt en dit na bespreken. Je kunt daarbij vragen stellen als “wat ging goed? Wat kon beter?” was iedereen betrokken? Zo nee, waarom niet?” etc. Als de groep iets verder in de “normeringsfase zit kun je ook samenwerkingsopdrachten gaan inzetten. Een hele leuke is bijv. “De Marshmallow challenge”. Ook hier kun je verloop van de opdracht na bespreken, welke kwaliteit heb je ingezet of gezien bij de ander? Waarom slaagde de opdracht wel en waarom niet?
  • Als leerkracht ben je het rolmodel en geef je tegelijkertijd de groep ook verantwoordelijkheid. Handel consistent naar de afspraken die je samen hebt gemaakt. Daarin ligt de nadruk niet op het straffen van pesters, maar op samen praten over wat er wel en nog niet goed gaat. Hoe kan de groep verantwoordelijkheid nemen om problemen op te lossen? Jullie hebben samen de afspraken gemaakt, dus kunnen ook samen naar handelen.
  • Werk structureel aan monitoring van het klassenklimaat. Daarmee check je je eigen observaties, want groepsgedrag vindt vaak plaats buiten je zicht. De monitor geeft zicht op wat er misgaat in de klas (pesten), maar ook wat er goed gaat (wie helpen elkaar?). Ook kan de monitor je helpen om te reflecteren op je handelingen: werkte mijn aanpak, is de sfeer verbeterd? Zo blijf je structureel werken aan een veilig groepsklimaat.

Meer tips of advies nodig? Neem gerust contact met me op.

Ik wens je een fijne en constructieve week tegen pesten!

Ciska Vriesema

Gedragstrainer

Specialisaties: Pesten-Agressie- Weerbaarheid

www.cvt-co.nl

NB: dit blog is deels overgenomen van Tessa Kaufman- MSc Promovenda